Een paar weken geleden word ik gebeld door een jonge vrouw. Haar vader heeft een hersentumor en verblijft in een hospice. Die zondag was ze nog bij hem en was hij in goede doen, speelde zelfs nog even gitaar. Maandagochtend kreeg de familie bericht dat 's nachts palliatieve sedatie was ingezet omdat er een totale omslag was oa met onrust en agressie, iets wat a-typisch was voor deze man. Hij is die maandag nog even wakker geweest, zodat stiefmoeder en kinderen nog afscheid konden nemen, maar ze vertelde dat er geen echt contact meer mogelijk was. Ze had veel vragen over het verdere verloop tijdens de sedatie, over hoe sterven eruit ziet, over het versterven, over wat ze nog kon doen, over hoe nog bij haar vader te zijn in deze vermoedelijk laatste dagen. Over hoe ze haar jonge kind hier in mee kon nemen en over haar eigen rouwgevoelens, die zo anders waren als toen haar moeder 10 jaar geleden overleed. Over hoe om te gaan met het gemis aan wezenlijke verbinding met haar stiefmoeder en diens kinderen. Het gesprek was lang, intens en erg mooi. Af en toe kwam ze terug op een onderwerp als er een nieuwe vraag ontstond. Ze was zo eerlijk en open over hoe ze de dingen ervoer. Gedurende ons gesprek veranderde haar stem en haar ademhaling. Ze vertelde dat ze het spannend had gevonden te bellen, maar zo blij was dat ze dat had gedaan. Ik ben dankbaar dat ze zoveel vertrouwen gaf en blij dat ze met een beetje meer rust dit proces kan gaan.
Foto: Jacub Gomez