Sjamanisme is een mystieke en spirituele levenshouding, waarbij eigen verantwoordelijkheid, inzet en ontwikkelen van kwaliteiten voorop staan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een wereldbeeld dat ruimer is dan de meeste van ons hanteren. Naast de alledaagse werkelijkheid is er de niet-alledaagse werkelijkheid. Dit kun je ook opvatten als het onderbewuste en het collectieve bewustzijn. En precies daar kunnen we inzichten en antwoorden krijgen op vraagstukken wanneer we ons erop afstemmen.
Er worden heel oude symbolen gebruikt. En dat is wat ze zijn: symbolen, geen goden of heiligen. Deze symbolen worden gebruikt om onze verbondenheid te ervaren en te verstevigen, inzicht te verwerven en kwaliteiten te ontwikkelen. Kwaliteiten die soms ver buiten onze verbeeldingskracht liggen. En deze gebruikte symbolen bezitten veel kracht. Krachten die soms ook ver buiten onze verbeeldingskracht liggen.
Sjamanisme is geen godsdienst. Er is geen magisch denken zoals in het klassieke denken over religie. Er is geen God waartoe je bidt om ongedaan te maken wat je niet wilt of geschonken te krijgen wat je graag wilt hebben, al dan niet met offers.
De rituelen die binnen het sjamanisme gebruikt worden, zijn niet om iets af te smeken, maar juist om je intentie te bevestigen en kracht te genereren om die intentie te verwezenlijken.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft het dus met hedendaagse religie niet veel van doen, wel met een zeer oude spirituele traditie en manier van leven die ervan uitgaat dat mensen onlosmakelijk verbonden zijn met een groter geheel.
Sjamanisme werkt op zielsniveau, daar is het waar je heelheid en verbondenheid kunt of weer kunt gaan ervaren.
Wanneer je werkt op zielniveau heb je direct te maken met nederigheid, omdat je uitgaat van verbondenheid met alles wat is en dat alles bezield is.
Werken op zielsniveau kan alleen wanneer je uitgaat van de originele onschuldigheid en heelheid van jezelf en de ander. De dagelijkse realiteit is vaak anders. Door allerhande opgelopen kwetsuren creëren we pantsers om onze ziel te beschermen.
Wanneer je werkt op zielsniveau weet of ontdek je, dat je verbonden bent met de ander. Datgene wat de ander aangaat, gaat ook jou aan. Ook dat is nederigheid in de vorm van het besef hoe kwetsbaar ieder levend wezen is.
Nederigheid is een deugd die beoefend kán en steeds beoefend móet worden. De natuur kan ons hier als geen ander in helpen, omdat we haar nooit onder controle hebben, hoe hard we ook proberen.
Een geruststellende gedachte én een prachtige leermeester, vind ik.
Werken op zielsniveau bevordert niet alleen je nederigheid, maar ook je integriteit. Je beoordeelt zelf of regels die je geacht wordt te volgen kloppen. Wie of wat schaadt je wanneer je het eigen belang voorop stelt? Een grote mate van verantwoordelijkheidsgevoel wordt gevraagd en daarvoor is moed, maat, rechtvaardigheid en verstandigheid nodig.
En vroeger of later krijgen we hier allemaal mee te maken.